In gesprek met Casper Faassen: 'Ik hing tussen Corneille en Herman Brood'
‘De Nachtwacht’ inspireerde hem al op 8-jarige leeftijd om te gaan tekenen. Nu beslaat het oeuvre van Casper Faassen schilderkunst, fotografie, film, grafiek en beelden. De Leidenaar is binnenkort te zien in de Haagse Project 2.0/Gallery waarin onder anderen dansers van het Nederlands Dans Theater figureren.
Donderdag 10.00 uur, Marktsteeg 10, Leiden. Beeldend kunstenaar Casper Faassen (1975) stapt verontschuldigend van zijn motor. “Sorry dat ik te laat ben, het zat even niet mee met de planning.” “Hallo buurman,” groet hij de timmerman van Museum De Lakenhal die tegenover zijn pand aan het werk is. “Kom, laten we naar binnen gaan.” In de grote, industriële ruimte loopt Faassen naar achteren. “Koffie, cappuccino?”
Project 2.0/Gallery
Tegen de muren staan een paar van zijn nieuwste werken die hij vanaf 17 september exposeert in Project 2.0/Gallery aan het Noordeinde in Den Haag. De titel van de tentoonstelling, ‘Les Marées’ (‘de getijden’), verwijst naar een belangrijk thema binnen zijn werk: de spanning tussen het verdwijnen en het verschijnen, het zichtbare en het onzichtbare.
Dansers van het Nederlands Dans Theater en Het Nationale Ballet zijn gefotografeerd achter semitransparant materiaal, waardoor een dromerig beeld ontstaat, alsof je tegen een beslagen ruit naar binnen kijkt. Kom je dichterbij, dan zie je craquelé, in dit geval gouden scheurtjes.
Kintsugi
Het is een verwijzing naar het Japanse kintsugi: de kunst om scherven met goud te lijmen. “Om de littekens te laten zien in plaats van ze te verbergen.” Gevraagd of meer kunstenaars zulk werk maken, zegt Faassen bescheiden: “Ik heb het nog niet eerder gezien.”
Toen de lockdown werd opgeheven, dacht ik: nee, ik ben er nog niet aan toe. Ik zat moeiteloos in mijn eigen bubbel: creatief en gefocust
Inmiddels zit hij aan de zwarte werktafel, waar twee lichtobjecten hangen van de Haagse ontwerper Rik ten Velden. Hij vertelt dat vóór de uitbraak van Covid-19 de begane grond van Marktsteeg 10 dienstdeed als ‘cultural event space’. “Om de zoveel tijd hadden we hier concerten, exposities en privédiners. Maar nu is er even niks en eigenlijk vind ik dat wel lekker.” Daarna: “Toen de lockdown werd opgeheven, dacht ik: nee, ik ben er nog niet aan toe. Ik zat moeiteloos in mijn eigen bubbel: creatief en gefocust.”
De kunstenaar, die vanaf zijn eerste expositie van zijn werk kan leven, heeft de bovenste verdiepingen ingedeeld als schilder- en fotoruimte. Met een cappuccino in de hand lopen we de trap op, naar de eerste etage. Aan kledingrekken hangen kleurrijke kimono’s. Daarnaast in de hoek kleine collecties schelpen, koraal, potjes, vaasjes en droogbloemen. “Dingen die indruk maken, wil ik verwerken in mijn beeldtaal.” verduidelijkt Faassen.
Rembrandt van Rijn
En zo was het ook met ‘De Nachtwacht’ van zijn stadgenoot Rembrandt van Rijn. Casper Faassen bezocht als 8-jarig jongetje het Rijksmuseum in Amsterdam met zijn ouders. Daar raakte hij zo onder de indruk van het schuttersstuk dat hij, eenmaal thuisgekomen, zijn versie over de volle breedte op het behang van zijn jongenskamer naschilderde. “Als mijn ouders, beiden docent, zagen dat ik iets leuk vond, stimuleerden zij mij daarin. Mijn vader bouwde een tekentafel voor mij op zolder. Met als voorwaarde dat ik toewijding toonde. Ik had wel een beetje concentratieproblemen als kind.”
Ik liep rond in een pak en ik reed in een leaseauto voor een baan waar ik totaal m’n ei niet in kwijt kon
De nieuwe hobby van hun zoon vonden ze leuk, maar goed kunnen tekenen, betekende nou niet per se een toekomst in de kunst. Nee, dan werd je architect of grafisch ontwerper. Faassen werd uiteindelijk consultant bij Creative Marketing Group (CMG). “Ik dacht: dat creatieve, dat blijf ik er wel naast doen. Ondertussen liep ik rond in een pak en reed ik in een leaseauto in een baan waar ik totaal m’n ei niet in kwijt kon. Voor de opdrachtgevers kon ik de schijn aardig ophouden.”
In de avonduren schilderde hij of schreef hij aan een businessplan. In 2001 durfde hij de stap te zetten. “Ik had nog geen gezin, geen hypotheek, had dus weinig te verliezen.” Faassen ontmoette iemand die net een galerie in Leiden was gestart.
Ik hing tussen Corneille en Herman Brood
“Die galerie had het zakelijk goed voor elkaar met een laagdrempelige uitleen. Ik hing tussen Corneille en Herman Brood. Een jonge Leidse kunstenaar tussen gevestigde namen. Het paste ook wel bij mijn werk, destijds werkte ik nog met spuitbussen.” Hij maakt een slingerende beweging met zijn arm. “Van die dikke outlines op papier. Het was fijn dat ik ook toen al, in een nog onderzoekende fase, kon leven van mijn werk.”
Doorbraak
Tegenwoordig is zijn oeuvre veelzijdiger, het beslaat niet alleen schilderkunst, maar ook fotografie, film, grafiek en beelden. Dit jaar zou hij schitteren op beurzen in Hongkong, Milaan, Parijs en Bazel. “Er stonden mooie internationale projecten op de planning, maar corona heeft dat helaas doorkruist. Ik moet toegeven dat erkenning voor het werk altijd wel een ding voor mij was. In mijn jonge jaren liet ik me fotograferen in James Dean-achtige poses, de kunstenaar uithangen terwijl het werk dat nog niet onderbouwde. Die bravoure heeft me ook wel weer geholpen om gezien te worden. Als ik die foto’s terugzie, denk ik wel: oh man, hou toch je bek. Eerst werken, dan laten zien. De inhoud komt met de jaren, zullen we maar zeggen.”
De combinatie van wereldwijde isolatie en 75 jaar vrijheid was aanleiding voor de film ‘Hover through the fog and filthy air’ die hij half september in Project 2.0 laat zien. Daarin zien we topdansers Marne van Opstal en Chloé Albaret (bekend van het Nederlands Dans Theater) zoeken naar schoonheid in isolatie, angst, hoop en vrijheid.
Dansers
“De dansers doorlopen verschillende stadia. Eerst is er berusting, eigenlijk wel fijn die stilte om ons heen, daarna slaat de paniek toe: help, we komen er niet meer uit. En dan komt de ‘reset’, het weer willen aanraken, elkaar overeind helpen, herontdekken. Ofwel, hoe gaan we verder?”
Casper Faassen
De film werd opgenomen in de Pieterskerk in Leiden, waar driehonderd jaar lang de triptiek ‘Het Laatste Oordeel’ van beeldend kunstenaar Lucas van Leyden hing voordat het een plek kreeg in Museum De Lakenhal. Casper Faassen geeft de kijker in de film ook een waarschuwing mee: de aarde loopt tegen zijn limiet aan, het is ‘judgement day’.
Casper Faassen, ‘Les Marées’, Project 2.0/Gallery, Noordeinde 57. Te zien vanaf donderdag 17 september.